cupure logo
vanhetvoormeteennietdoorirannaarbij

Drentse familie mag huis op Terschelling na 33 jaar niet meer gebruiken voor vakantie

Drentse familie mag huis op Terschelling na 33 jaar niet meer gebruiken voor vakantie
Een familie uit het Drentse Annen is terecht verboden om hun boerderij op Terschelling te gebruiken als recreatiewoning. Dat heeft de Raad van State vandaag geoordeeld. Het boerderijtje in Lies, een dorp op het eiland, is de voormalige woning van de oma van de familie. Sinds haar overlijden in 1992 werd de boerderij door de familie gebruikt als recreatiewoning, schrijft RTV Drenthe. Bestemmingsplan In 2013 maakte de gemeente Terschelling een nieuw bestemmingsplan. Recreatief gebruik was voortaan toegestaan als woningen voor 1 juni 1994 al voor vakanties gebruikt werden. Daarmee wilde de gemeente voorkomen dat huizen, bedoeld voor permanente bewoning, verloren gingen aan toeristen. Niets aan de hand, dacht de familie in eerste instantie. Hun woning was immers al sinds 1992 een recreatiewoning. Ze hadden het in 1993 alleen maar even in gebruik gegeven aan een Terschellings gezin dat tijdelijk woonruimte nodig had. Volgens de gemeente waren deze tijdelijke huurders permanente bewoners. Het gezin was in oktober 1994 officieel uit de woning na een uitschrijving bij de gemeente. Te laat, vindt gemeente Terschelling. Omdat de boerderij op de aangegeven datum stond aangegeven als permanente bewoning, was het gebruik erna als recreatiewoning in strijd met het bestemmingsplan, stelde de gemeente. Die legde de familie daarom in 2020 een zogeheten last onder dwangsom op. Als de boerderij voortaan recreatief werd gebruikt, moest de familie aan de gemeente een boete van 4000 per maand betalen. Die boete kan oplopen tot 24.000 euro. Vergeten uit te schrijven De familie maakte hier bezwaar tegen en stapte ook naar de rechter. Die gaf de gemeente gelijk, waarna de familie in hoger beroep ging. De familie vocht het besluit uiteindelijk aan bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter. De familie gaf aan dat de woning in 1994 inderdaad tijdelijk werd bewoond, maar dat de bewoners in februari van dat jaar al waren vertrokken. Ze waren zich alleen vergeten uit te schrijven, aldus de familie. Dit gebeurde uiteindelijk pas in oktober 1994. De Raad van State vindt het bewijs niet overtuigend genoeg en geeft de gemeente daarom gelijk. De woning blijft eigendom van de familie, maar vakantie vieren is er voortaan niet meer toegestaan. Dat betekent dat ze er zelf permanent moeten gaan wonen, het huis moeten verkopen, of voor langere tijd moeten verhuren. "We zijn erg teleurgesteld", reageert de advocaat, die tevens familielid is, bij Omrop Fryslân. "Het voelt alsof we het vakantiehuis van onze oma verliezen, door iets dat dertig jaar geleden is misgelopen."

Reacties

Laatste nieuws