cupure logo
vanmetvoorheteennietbijzijntrumpuit

Meer AOW'ers, minder werkenden: wordt het basispensioen onbetaalbaar?

Meer AOW'ers, minder werkenden: wordt het basispensioen onbetaalbaar?
Voor het eerst sinds het bestaan van de AOW moeten de uitkeringen voor gepensioneerden voor meer dan de helft worden betaald met belastinggeld. Dat komt omdat er steeds minder werkenden zijn, die voor steeds meer mensen de AOW-uitkering moeten betalen. Wordt de AOW hierdoor onbetaalbaar? Hoe lang is er al AOW? Al 68 jaar. In de Boterdiepstraat in Amsterdam kreeg de 70-jarige belastingambtenaar A. Bakker op 2 januari 1957 de eerste AOW-uitkering persoonlijk overhandigd van toenmalig minister Ko Suurhoff van Sociale Zaken. In 1919 was al de Ouderdomswet ingevoerd, waarmee werkenden zich konden verzekeren voor een pensioenuitkering. Een staatspensioen kwam er niet, omdat dit "de volkskracht zou ondermijnen". Die gedachte veranderde na de Tweede Wereldoorlog. Toenmalig minister Willem Drees van Sociale Zaken voerde in 1947 een Noodwet Ouderdomsvoorziening in voor ouderen in geldnood. Daarmee konden 250.000 ouderen 'Drees trekken'. Als premier introduceerde 'Vadertje Drees' de Algemene Ouderdoms Wet, kortweg AOW. Wat is de AOW precies? De AOW regelde in eerste instantie dat mannen en ongehuwde vrouwen vanaf 65 jaar een minimaal inkomen kregen. Sinds 1985 is de AOW er voor alle vrouwen. De AOW wordt betaald door werkenden, via een premie die van hun bruto salaris wordt afgetrokken. In 1980 werd de hoogte van de AOW gekoppeld aan een percentage van het minimumloon. De AOW is een basispensioen voor iedereen die in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Dit kan worden aangevuld met een zelf opgebouwd pensioen, bijvoorbeeld via de werkgever. De AOW-leeftijd ligt sinds 2013 niet meer vast. Op basis van hoeveel langer mensen gemiddeld leven, gaat de AOW-leeftijd steeds in stappen van drie maanden omhoog. Veeg naar links om te zien hoe de leeftijdspiramide voor de AOW verandert: Waarom is er discussie over de AOW? Tot aan de eeuwwisseling betaalde de AOW zichzelf. Sinds 2001 moest er steeds meer belastinggeld worden bijgelegd. In het begin was dat nog bijna 700 miljoen euro; in 2023 droeg de overheid met zo'n 24 miljard euro voor het eerst net zo veel bij aan de AOW-uitkeringen als werkenden. Vorig jaar was dat met bijna 28,5 miljard euro voor het eerst zelfs meer. Het huidige probleem begon eigenlijk al bij de start van de AOW. Toen het Nederland na de Tweede Wereldoorlog economisch steeds meer voor de wind ging, ontstond vanaf de jaren 50 een geboortegolf. Die zogenoemde babyboomgeneratie gaat inmiddels met pensioen. Door de betere gezondheidszorg worden mensen steeds ouder, waardoor ze langer AOW krijgen. Door een lager aantal geboortes daalt het aantal werkenden. Zo is de piramide uit 1957 van meer jongeren tegenover minder ouderen 68 jaar later omgedraaid. Pas rond 2060 zal dit weer 'normaal' zijn. Is dat erg? "Er zijn steeds minder werkenden die voor steeds meer mensen de AOW-uitkeringen moeten betalen", zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. "Toen de AOW werd ingevoerd waren er voor iedere AOW-ontvanger zeven mensen in de werkzame leeftijd. Die verhouding is nu drie op één. Door de stijging van het minimumloon is ook de AOW-uitkering sterk verhoogd. Werkenden kunnen dit tempo niet bijbenen." Of dat erg is, daarover wordt al bijna twintig jaar een verhitte discussie gevoerd. In 2013 werd met veel pijn en moeite ingevoerd dat de AOW-leeftijd in stappen omhoog ging naar 67 jaar om de uitkering betaalbaar te houden. Linkse oppositiepartijen wilden dat mensen juist vroeger konden stoppen met werken, vakbonden stapten naar de rechter voor een overgangsregeling. Hoe moet dit verder? Om de AOW te blijven betalen, zou een kabinet kunnen besluiten te bezuinigen op andere uitgaven. Andere mogelijkheden zijn om de belastingen te verhogen of geld te lenen om de AOW te betalen. Met die laatste groeit wel de staatsschuld, die jongere generaties later moeten aflossen. Een hogere staatsschuld maakt geld lenen ook weer duurder, omdat de kapitaalmarkten dan meer rente vragen. Het verder verhogen van de AOW-leeftijd noemde het Centraal Planbureau in 2019 al de minst pijnlijke optie: er hoeft minder AOW te worden uitgekeerd, terwijl er meer belasting binnenkomt. Een optie zou zijn om dit per beroepsgroep te bepalen. Mensen met zware beroepen zouden dan bijvoorbeeld minder lang hoeven te werken. Of groepen met een hoog pensioen zouden een lagere AOW kunnen krijgen. Hoe het verder moet met de AOW is vooral een politieke keuze. Daarover waren de partijen bij de vorige verkiezingen al erg verdeeld, zo bleek uit dit overzicht.

Reacties

Laatste nieuws