cupure logo
vanvoormetheteenaannietbijzijndoor

Olieprijs en prijs aan de pomp blijven dalen door 'de factor Trump'

Drie maanden geleden stonden automobilisten nog te mopperen aan de pomp. Wie de tank moest vullen met Euro95 betaalde toen gemiddeld 2,188 euro per liter. Vandaag ligt de gemiddelde adviesprijs van grote oliemaatschappijen op nog maar 2,074 euro. In de praktijk tanken veel mensen al voor minder dan 2 euro per liter. "Bij onbemande tankstations zonder merk ligt de prijs vaak tot 15 cent goedkoper", zegt Paul van Selms, van consumentenadviesbureau UnitedConsumers. De factor Trump Aan een tankstation in het Brabantse Standdaarbuiten tanken mensen bijvoorbeeld al onder de 2 euro voor een liter Euro95. Enkele automobilisten zeggen dat ze er speciaal voor omrijden. "Maar als ik hem echt moet volgooien dan ga ik naar België", klinkt het ook. "Dat scheelt een kwartje per liter." Een enkeling fronst de wenkbrauwen als hij de reden hoort van de goedkopere brandstofprijzen: de terugkeer van Trump als president in het Witte Huis in januari. Mathieu Blondeel van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU spreekt zelfs van 'de factor Trump' met de olieprijzen. "Hij heeft met zijn vorige maand ontketende handelsoorlog de wereldeconomie in een impasse gestort. En dan daalt de vraag naar olie." Kostte ruwe olie op de laatste werkdag van president Biden nog net geen 77 euro per vat, vandaag is die prijs met 52,2 euro een derde goedkoper. Trump kondigde begin vorige maand op de door hemzelf uitgeroepen 'Liberation Day' enorme importheffingen aan op buitenlandse producten. In een week werd een vat ruwe Brent-olie ruim 11 euro goedkoper. Dat de prijs maar blijft dalen heeft volgens Blondeel een tweede oorzaak. "Een interne oorlog binnen de olieproducerende landen", vertelt hij. Die stemmen met elkaar af hoeveel olie er mag worden opgepompt, om de prijs op niveau te houden. Bij een dalende vraag wordt er doorgaans minder opgepompt. Valsspelers Toch is nu juist het tegenovergestelde aan de gang. "Er zijn binnen de olieproducerende landen een aantal notoire valsspelers", zegt Blondeel, verwijzend naar Kazachstan, Irak en de Verenigde Emiraten. "Die produceren meer dan ze mogen produceren, om zo meer te kunnen verdienen. Als straf produceren alle landen nu meer olie. Dit zorgt ervoor dat de prijs nu zo hard daalt." Dat geeft automobilisten weer te denken. Want ondanks die hard dalende olieprijzen ligt de gemiddelde benzineprijs dus nog altijd boven de 2 euro. Ook dat heeft weer zijn redenen, zegt Van Selms van UnitedConsumers. "De flinke prijsdaling die je bij olie ziet, zie je niet op dezelfde manier aan de pomp hier in Nederland. Twee derde van de prijs van benzine bestaat uit accijns en btw. En die zijn ongevoelig voor prijsschommelingen." Toch verwacht Van Selms dat de gemiddelde consumentenprijs de komende tijd zeker nog onder de 2 euro per liter gaat zakken. Al is het maar tijdelijk. "Ik denk niet dat we een structureel lage prijs houden. Dat is helemaal niet in het voordeel van de olieproducerende landen. Zij zijn meer gebaat bij een prijs rond de 80 euro, aangezien het om landen gaat die hun overheidsbegrotingen dekken met olie-inkomsten." Inflatie De dalende olieprijs heeft ondertussen meer gevolgen dan alleen voor de prijs aan de pomp. Zo kunnen ook de energieprijzen verder dalen. Dat kunnen consumenten bijvoorbeeld terug gaan zien in de supermarkt. De hoge energieprijzen zorgen er al langer voor dat verse producten, zoals groente en fruit, alleen maar duurder werden. Dat geldt ook voor diepvriesproducten, die met energie moeten worden gekoeld. Vorige week noemde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij de bekendmaking van de prijsstijgingen uit april de dalende olieprijzen nog als een lichtpuntje voor de komende maanden. "Dit is een signaal dat erop kan wijzen dat de inflatie de komende maanden wat omlaag zou kunnen gaan", zei CBS-econoom Frank Notten.

Reacties

Laatste nieuws