cupure logo
vanhetvoormetnieteenaanbijtrumpnaar

Zorginstituut schrapt dure kankermedicijnen uit pakket, 'ze zijn niet effectief'

Zorginstituut schrapt dure kankermedicijnen uit pakket, 'ze zijn niet effectief'
Zorginstituut Nederland heeft met ingang van vandaag bepaalde kankerremmers geschrapt uit het basispakket voor specifieke patiëntengroepen. Nieuwe internationale onderzoeksresultaten tonen niet aan dat deze medicijnen, genaamd PARP-remmers, bij deze patiënten leiden tot een langere levensduur of betere kwaliteit van leven. Mensen met gevorderde of terugkerende eierstokkanker die een genetisch foutje (de BRCA-mutatie) hebben, kunnen de medicatie nog wel krijgen. Bij hen hebben de remmers wel effect. Maar die effectiviteit is volgens het Zorginstituut niet aangetoond bij patiënten met gevorderde eierstokkanker zonder de BRCA-mutatie of bij mensen met uitgezaaide borstkanker. Het is de eerste keer dat via een herbeoordeling van dure medicijnen, geneesmiddelen deels verdwijnen uit het basispakket. Dit is het gevolg van afspraken die door artsen, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties zijn gemaakt in het Integraal Zorgakkoord om de exploderende kosten voor kankerbehandelingen onder controle te krijgen. Zo gaf Nederland in 2012 in totaal ruim 1,1 miljard euro uit aan geneesmiddelen voor alle behandelbare aandoeningen. Van die uitgaven was toen 27 procent voor medicijnen tegen kanker. In 2021 was dat aandeel gestegen naar 59 procent, waarmee de kankermedicijnen hoofdverantwoordelijk waren voor de sterke kostenstijging van de totale geneesmiddelenuitgaven. Die waren gegroeid naar 2,6 miljard euro. Tegelijk nam de levensverlenging nauwelijks toe. Vandaar dat in het zorgakkoord is afgesproken om in het geval van nieuwe data te bekijken welke medicijnen daadwerkelijk een genezend of levensverlengend effect hebben. En of dat verschilt per type patiënt. Een genetische mutatie kan bijvoorbeeld al een groot verschil maken. Tientallen miljoenen euro's In Nederland gebruiken jaarlijks rond de 1000 patiënten de PARP-remmers. Dit kost de samenleving ruim 30 miljoen euro. Het aantal gebruikers zal door het besluit van het Zorginstituut gehalveerd worden. Het vrijgekomen geld kan worden gebruikt voor andere zorg. De Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie is voorstander van deze herbeoordelingen, maar is kritisch op hoe het nu gebeurt. "De nieuwe studies waarop het Zorginstituut de herbeoordeling baseert, zijn kwalitatief niet heel sterk", zegt voorzitter An Reyners. Zij is ook internist-oncoloog in het UMC Groningen. "Zo worden bepaalde patiëntgroepen niet goed gedefinieerd en zijn ze niet goed meegenomen in de statistische analyses. Dat betekent dat er inderdaad geen bewijs is dat een behandeling effectief is, maar het is ook lastig om te bewijzen dat de behandeling niet effectief is. Dan bestaat het risico dat straks bepaalde patiënten onterecht deze behandeling niet meer krijgen." Lonneke Koenraadt-Janssen, directeur zorg bij het Zorginstituut, erkent dat ze liever meer bronnen had kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld zogeheten praktijkdata waarin te zien is hoe effectief het middel is voor Nederlandse patiënten. Maar die informatie bleek totaal versnipperd te zijn en daardoor niet bruikbaar voor onderzoek. "We hebben er echt op ingezet om die informatie beschikbaar te krijgen, maar het bleek niet mogelijk vanwege een versnipperde registratie", zegt Koenraadt-Janssen. "Dus dan moet je het doen met de beschikbare informatie. En daarin ontbreekt voldoende bewijs dat de PARP-remmers voor deze patiënten goed werken." 'Zware beslissing' De Nederlandse Federatie Kankerpatiëntenorganisaties vindt dat het Zorginstituut te veel nadruk legt op de gemiddelde overlevingswinst voor de gehele groep patiënten en onvoldoende kijkt naar het effect op de kwaliteit van leven. Ook dat aspect zou moeten worden meegewogen in een herbeoordeling. "Maar dat hebben we gedaan", reageert Koenraadt-Janssen. "In de onderzoeksdata zagen we geen verbetering op kwaliteit van leven. We zagen dat die bij patiënten met PARP-remmers niet beter was dan bij mensen die een placebo of chemotherapie kregen." Al met al is het een zware beslissing, erkent Koenraadt-Janssen. "Maar we kunnen zulke herbeoordelingen niet uitstellen. We hebben een solidair zorgsysteem dat vanwege de sterk stijgende kosten wankelt. Dan wil je niet miljoenen uitgeven aan een behandeling waarvan onvoldoende aangetoond is dat het werkt." Oncoloog Reyners is het daar in principe mee eens. "Maar naar aanleiding van deze herbeoordeling is het goed om na te denken over een helder kader zodat voor iedereen duidelijk is wanneer en hoe herbeoordelingen uitgevoerd moeten gaan worden."

Reacties

Laatste nieuws