cupure logo
vanvoorbijhetnaarmetverstappenvitesseeenniet

Fietscomputertje als houvast voor Tour-renners: 'Zonder zou chaos zijn'

Fietscomputertje als houvast voor Tour-renners: 'Zonder zou chaos zijn'
Al komen ze adem tekort: direct nadat de laatste trap is gedaan, tikken wielrenners in de Tour op hun stuur. Voor velen is het de eerste handeling als ze uitgeput over de finish komen: snel op hun fietscomputertje drukken. Waarom is dat zo belangrijk voor ze, wat zien ze op het apparaatje en wat hebben ze eraan? In zo'n klein schermpje kan een renner veel informatie proppen. Je gemiddelde snelheid, je hartslag of simpelweg de verstreken tijd. Maar ook: "Je wattage, dus wat voor kracht en vermogen je wegtrapt. Een klimprofiel, hoe lang die ongeveer nog duurt en wanneer het wat steiler of vlakker wordt. En een kaartje, als navigatie", laat Dylan Groenewegen (Jayco AIUIa) zien. Elke renner richt zijn cockpit naar voorkeur in. De een wil gedetailleerde cijfertjes zodat hij weet waar hij aan toe is. De ander heeft genoeg aan een klok en een kaart, zoals Mike Teunissen. "Om te zien of er lange rechte wegen of wat bochten aan komen. En als er een berg komt, springt de kaart meteen op het hoogteprofiel." Sprinter Groenewegen is wel blij met zo'n klimprofiel. Grijnzend: "Zodat je een beetje kunt aftellen tot je boven bent." Wat Lennert Van Eetvelt (Lotto) ziet op zijn schermpje? "Een lager vermogen dan Tadej Pogacar", grapte de vanochtend afgestapte Belg gisteren. "Ik heb veel aan de klok op mijn schermpje, zodat ik weet wanneer ik moet eten en drinken. En als het bergop gaat, kan ik kijken wat mijn vermogen is." Al die fietsdata beïnvloeden de koers. "Door alle info die ze zien, kunnen renners beter met hun krachten omgaan", legt oud-renner Niki Terpstra uit. "Je zal minder snel zien dat renners zichzelf opblazen. Ze weten wat ze kunnen en op je metertje zie je precies wat je aan het doen bent. Dus als je merkt: hé, deze snelheid houd ik helemaal niet vol het komende half uur, dan ga je dat ook niet rijden." Generatieverschil Sommige renners kunnen nauwelijks meer zonder alle data. Anderen zijn van de eenvoud. "Ik ben nog van de generatie dat gevoel ook heel erg belangrijk is", zegt de 32-jarige Teunissen. "Vanaf de beloften ben ik pas begonnen te rijden met een fietscomputer. Vraag het hier maar eens aan de jongere gasten, die zijn er al zo erg mee vergroeid." "In een tijdrit ben ik 'm een keer kwijtgeraakt", herinnert de 24-jarige Van Eetvelt zich. "Het was heel lang geleden dat ik zonder die vermogensmeter gereden had. Ik was helemaal kwijt wat ik aan het doen was." "Toen ik net prof werd, 20 jaar terug, hadden we alleen een kilometerteller", vertelt de 41-jarige Terpstra. "Dat vond ik toen al belangrijk. Dan schreef ik vooraf op waar de belangrijke punten in de koers kwamen, zodat ik op mijn teller kon zien of we er al bijna waren." Hij weet nog hoeveel voordeel hij had toen hij bij zijn ploeg Milram in 2007 als een van de eerste renners een gps-computertje op zijn stuur kreeg. "Vooral met afdalen was het heerlijk. Dat was zo'n grote voorsprong op de rest. Je kon precies zien wanneer er bochten kwamen. Nu rijdt iedereen ermee." Fietst het peloton tegenwoordig dan volledig op de data die dat schermpje biedt? "Vingegaard en Pogacar kijken echt niet zo veel naar hun metertje", denkt Teunissen. "Zij weten precies hoe hard ze kunnen rijden. Zij weten op 5 watt nauwkeurig echt wel of ze iets twintig minuten kunnen volhouden of niet." Terpstra is daar niet zo zeker van. "Neem de rit naar Hautacam. Op het moment dat Pogacar demarreerde, keek hij natuurlijk niet op dat schermpje. Maar toen hij 50, 100 meter voorsprong had, zag je hem temporiseren en op een snelheid gaan rijden waarvan hij denkt: dit houd ik voorlopig nog wel vol. Heel opvallend. Het is een fijne houvast op een berg." Naar wattages kijkt een renner als Groenwegen dan weer niet echt. "Dat boeit mij niet veel. En als het slecht gaat in trainingen dan denk ik soms ook wel: ik ga lekker op gevoel fietsen vandaag." 'Chaos' Wat nou als niemand meer met een computertje mag fietsen, krijg je dan niet een veel spannendere wedstrijd? Van Eetvelt voorziet juist chaos. "Want je weet niet waar je aan het koersen bent en je weet niet hoe ver het nog is. Wanneer je moet eten en drinken is dan ook heel moeilijk bij te houden." Bovendien, merkt Terpstra op: "Elke prestatie is elke dag weer anders. Wannéér je je power moet inzetten is natuurlijk nog steeds belangrijk. Dat is elke keer weer een nieuwe inschatting." Blind vertrouwen op het metertje zullen renners nooit helemaal kunnen gaan doen. "Er zijn ook renners die te veel op dat ding zitten te kijken", zegt Terpstra. "En niet naar wat er gebeurt op de weg. Net als telefoongebruik in de auto." "In het peloton moet je supergoed opletten", zegt Teunissen. "Dus het is niet zo dat je de hele tijd maar naar beneden kunt kijken op je scherm." "Af en toe een update is wel fijn. Maar je hebt ook nog gewoon de realiteit. Je fietscomputer is gelukkig nog altijd niet één op één hetzelfde als de echte wereld."

Reacties

Sportnieuws