cupure logo
vanvoorbijmethettegennaarnietajaxzijn

Onderzoek topsportcultuur: goud niet enige maatstaf, kwart topsporters ervaart geweld

In de Nederlandse topsport mogen medailles in de toekomst niet langer de enige maatstaf voor succes zijn; de aanpak moet mensgerichter. Dat is het belangrijkste advies van een onderzoek onder ruim 1200 topsporters, 200 coaches en bijna 100 oud-topsporters van het onderzoeks- en adviesbureau Verinorm, in opdracht van het ministerie van VWS. Van de geïnterviewde oud-topsporters gaf een derde aan tijdens de carrière te zijn gestuit op grensoverschrijdend gedrag. Machtsmisbruik, genegeerd worden en verbale agressie, in de meeste gevallen afkomstig van trainers en coaches die ten koste van de topsporter prestaties willen realiseren. Een kwart van de ondervraagde topsporters ervaarde in 2024 fysiek, mentaal en/of verbaal geweld, blijkt uit het onderzoek. Tien procent van de geïnterviewde nationale topatleten ervaart weleens onderdrukking. Hieronder valt volgens de onderzoekers dwang, chantage en machtsmisbruik. Een vergelijkbaar aantal sporters bekende pestgedrag of discriminatie te hebben meegemaakt. Zes procent vertelde in aanraking te zijn gekomen met ongewenst seksueel gedrag, waarbij het voornamelijk verbaal, niet-lichamelijk gedrag betrof. De onderzoekers constateerden dat slechts weinig ondervraagden ervaringen met grensoverschrijdend gedrag naar voren durfden te brengen. Erkenning en aandacht De status van Nederland als een van de beste topsportlanden ter wereld moet niet worden afgemeten aan medailles, aldus het onderzoek, maar er moet juist meer aandacht komen voor de intrinsieke drive van de topsporter. Sporters gedijen bij erkenning en aandacht voor hun doelen, prestaties en groei. Met die aanbeveling komt het onderzoeks- en adviesbureau Verinorm voor instanties die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de topsport. Bijna vier jaar lang werkten Marjan Olfers, hoogleraar recht en sport, en criminoloog Anton van Wijk in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan het rapport om de cultuur van de Nederlandse topsport in kaart te brengen. Vlammende ambitie Het rapport van 460 pagina's ('Vlammende Ambitie') kwam tot stand na enquêtes die gehouden werden onder 26 Nederlandse sportbonden, die tezamen 63 disciplines vertegenwoordigen. De groep ondervraagden bestond uit 1.257 topsporters, 214 coaches en 92 oud-topsporters. Daarnaast zijn 470 interviews gehouden met topsporters, coaches, ouders en experts. Parallel daaraan werden deelonderzoeken gedaan naar de rol van sportkoepel NOC*NSF. Anders dan het in april 2021 verschenen rapport Ongelijke Leggers naar misstanden in het Nederlandse turnen is ditmaal sprake van een 'proactief onderzoek'. "Een onderzoek aan de voorkant in plaats van aan de achterkant", noemde Olfers het. Hoewel het in kaart brengen van 'het kloppend sporthart van Nederland' als uitgangspunt gold, kwam aan het licht dat in Nederland nog altijd geen sprake is van een onverdeeld veilig topsportklimaat. Discriminatie In het rapport komen meer opvallende zaken naar voren. Topsporters die voor Nederland uitkomen maar in een ander land zijn geboren, ervaren ruim twee keer zoveel pestgedrag en discriminatie als atleten van wie de wieg in Nederland stond. In een cultuur waarin mensen met een machtspositie ver afstaan van atleten en moeilijk aanspreekbaar staan, hebben topsporters meer kans om geweld dan wel onderdrukking mee te maken. Dat geldt op het vlak van geweld voor sporten waar directe communicatie, competitie en zelfverzekerd gedrag heersen. Slaapproblemen Ook het lichamelijk welzijn van topsporters laat te wensen over, zo blijkt uit het onderzoek. Opmerkelijk genoeg kampt ruim een derde van de atleten met slaapproblematiek. Een kwart van de geïnterviewden zei regelmatig hoofdpijn te hebben, terwijl een vijfde kampt met vaak terugkerende maag- en darmklachten. Vijftien procent van de Nederlandse topsporters kampt met ernstige klachten aan de luchtwegen. Een op de vijf topsporters valt onder de categorie 'mentaal ongezond'. De onderzoekers benadrukken dat deze cijfers gelijk zijn aan die van het welbevinden van de rest van de Nederlandse bevolking. Alleen op het vlak van de slaapproblematiek scoren topsporters significant hoger: 35 om 26 procent. Meerdere vrouwelijke topsporters gaven aan tijdens hun carrière meermaals te maken te hebben gehad met burn-out, depressie of paniekaanval. Bij mannen spelen minder ernstige klachten als stress, onzekerheid en schaamte een rol tijdens de loopbaan. Volgens de onderzoekers zou dit verschil kunnen worden verklaard door het feit dat mannen minder open durven te zijn dan vrouwen. Topsporters die positief staan tegenover valsspelen of de regels overtreden hebben een minder goede mentale gezondheid, een verschijnsel waar de onderzoekers geen verklaring voor konden vinden. De omgang met teamgenoten werd als positief ervaren, een waardering die minder werd naarmate de mensen uit de begeleiding (coaches, bondsbestuurders) verder van de sporters af stonden. Als de oud-atleten hun loopbaan met terugwerkende kracht een rapportcijfer mogen geven, komen ze gemiddeld niet hoger uit dan een 7. Voor geen van allen was het overschrijden van die grenzen overigens reden om vroegtijdig de loopbaan te beëindigen. Coaches uitgescholden Bij de groep coaches van Nederlandse topsporters is sprake van grote mate van stress. Dat wordt veroorzaakt door de lange dagen die ze maken, gebrek aan financiële middelen om het beste uit hun atleten te halen, onvoldoende deskundigheid om sporters adequaat te begeleiden in geval van ernstige mentale problemen en baanonzekerheid. Daarnaast verklaren zij zich kwetsbaar te voelen door de toenemende aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. Zelf zeggen de coaches ook soms slachtoffer te zijn van datzelfde grensoverschrijdende gedrag. Ze worden uitgescholden door ouders van hun pupillen en op sociale media zwart gemaakt door atleten met wie ze werken. Een aantal vrouwelijke coaches gaf aan seksueel ongepaste opmerkingen te hebben gekregen. Gezondheid en veiligheid In de optiek van een aantal geïnterviewde coaches heerst in de Nederlandse topsport een cultuur waarin het behalen van medailles het primaire doel is. Het financieringssysteem van NOC*NSF is daarop ingericht. De systematiek die op op het vlak van beloning wordt gehanteerd binnen de sportkoepel is van invloed op de begeleidende rol van de coaches, zo klinkt het. Als gevolg hiervan richten sportbonden zich veelal op de atleten met de grootste kansen op het behalen van medailles. Doordat dit mechanisme doorsijpelt naar de coaches, komen zaken als gezondheid en veiligheid van topsporters op de tweede plaats. Topsporters geven aan dat de persoon achter de atleet wel eens wordt veronachtzaamd. "Als je het niet goed doet, besta je gewoon niet meer", gaf een van de geïnterviewde atleten aan. Dat laatste wordt vooral zo ervaren door sporters die de absolute top niet hebben bereikt. Papendal als 'bubbel' Coaches geven vaak aan dat het beleven van plezier buiten de sport een atleet negatief kan beïnvloeden. Ze raden het zoeken van vertier elders dan ook af, mede omdat prestaties van hun sporters aan hun eigen status worden gekoppeld. Opmerkelijk genoeg zegt een aantal geïnterviewden dat traint en woont op Papendal het nationaal trainingscentrum als een 'bubbel' te ervaren. Een plek waar het leven eenzaam en zonder afleiding is, een omgeving waar mensen elkaar voornamelijk beoordelen op basis van geleverde prestaties. Kortetermijnpolitiek Omdat in de Nederlandse topsport, indachtig de Top 10-ambitie van NOC*NSF, de nadruk sterk op medailles en prestaties ligt, is er volgens Verinorm sprake van kortetermijnpolitiek. De intrinsieke motivatie van topsporters staat soms op gespannen voet met de externe prestatiedoelen. Structurele beleidskeuzes en strategieën voor de lange termijn moeten volgens de onderzoekers beter worden afgestemd op de ontwikkeling van sporters. Medailles zouden in de toekomst daarom niet de enige maatstaf moeten zijn. Mentale weerbaarheid, welzijn en veiligheid moeten een centrale plek krijgen. Coaches moeten beter worden ondersteund en meer toegang krijgen tot scholing. Daardoor wordt niet alleen de machtsafstand verkleind, ook ontstaat er een inclusiever topsportklimaat als gevolg van een grotere diversiteit in coaching teams. Want, zo concludeert Verinorm, topsport moet niet alleen gaan om winnen, maar ook om groeien als mens in een veilige en gezonde omgeving.

Reacties

Sportnieuws