cupure logo
vanhetvoormetbijeenaanniettegendoor

Gigantische laagvliegende hoepel onderzoekt grondwater

Wie vandaag in Friesland is, moet niet gek opkijken als er ineens een gigantische hoepel overvliegt. Het zeshoekige gevaarte hangt aan een van de helikopters die vanaf begin deze maand twee keer per dag de lucht in gaan om onderzoek te doen naar grondwater en ondergrond. Twee onderzoeksinstituten, zeven provincies, vijf waterbedrijven en zeven waterschappen werken samen aan dit nieuwe onderzoeksproject. Ze willen meer informatie zodat ze weloverwogen beslissingen kunnen nemen over steeds schaarser wordend grondwater. De ring die aan de helikopter hangt, maakt een elektromagnetisch veld. "Doordat verschillende grondlagen en zoet en zout water daar anders op reageren, kunnen we zien wat waar zit", legt TNO-onderzoeker Jan Gunnink uit. De apparatuur kan tot wel 250 meter diepte meten wat zich onder de grond bevindt. De helikopters vliegen rechte lijnen, dicht boven de grond. De enorme hoepel die eronder hangt, zweeft 35 tot 50 meter boven de grond. Naast een vlieglijn vliegt de helikopter een nieuwe lijn, op 125 tot 500 meter afstand van de eerste. Zo brengen de onderzoekers lijn voor lijn een gebied in kaart. De twee helikopters die worden gebruikt voor het project vliegen heel wat af, zegt Gunnink. "In totaal vliegen de helikopters 25.000 kilometer. Dat is meer dan de halve aarde rond." De enorme klus wordt geklaard door twee helikopters. Eén begint in Friesland en zal de noordelijke provincies in kaart brengen. De andere neemt Zeeland en een stukje van Noord-Holland voor z'n rekening. Niet de hele kustzone wordt gedaan, legt Gunnink uit. "In een groot deel van het westen van Nederland wordt niet gevlogen omdat het daar te druk is en zich te veel kabels en leidingen boven en onder de grond bevinden die de metingen verstoren." In de kustgebieden is het hoofddoel om verzilting in kaart te brengen. De onderzoekers van TNO en Deltares willen weten in hoeverre het zoete water onder de grond zouter is geworden. "We zijn met name geïnteresseerd waar zout water in de grond zit", vertelt Gunnink. "Hoe diep zit het en hoe zout is het water?" Het zout worden van zoet grondwater vormt een probleem voor natuur, landbouw en de drinkwatervoorraad. Om verdere verzilting tegen te gaan, moeten waterbedrijven, waterschappen en provincies wel weten waar in de kuststrook en noordelijke provincies het grondwater al zout is en waar niet. Beschermhoesje van klei Meer landinwaarts zit er geen zout water onder de grond, maar ook daar kan de gigantische hoepel belangrijke informatie verzamelen. De noordelijke provincies, waterbedrijven en waterschappen doen mee om te weten te komen waar onder de grond kleilagen zitten. Dat willen ze weten omdat kleilagen een soort beschermhoesje vormen rond grondwater. Die kleilagen kunnen wel tientallen meters dik zijn. "Daardoor kan dat water niet door verontreiniging worden aangetast", legt Gunnink uit. Dat maakt het bijvoorbeeld voor waterbedrijven die grondwater willen winnen interessant om te weten waar die kleilagen zich bevinden. Uiteindelijk maken de onderzoekers een 3D-beeld van de noordelijke provincies en een deel van de Nederlandse kustzone. Op dat beeld is te zien wat er tussen de oppervlakte en 250 meter diepte ligt. Dat kunnen provincies, waterbedrijven en waterschappen gebruiken om bijvoorbeeld te beslissen waar water gewonnen kan worden of waar maatregelen nodig zijn om verzilting tegen te gaan. Er wordt gevlogen tot februari 2026. Het uitwerken van de gegevens zal daarna nog zeker anderhalf jaar in beslag nemen.

Reacties

Laatste nieuws